Het proces van erosie

ontbloting

Erosie - afbraak verweerd materiaal door spoelen vlakke bewegingen en de zwaartekracht, en na de accumulatie op het oppervlak. Agenten van erosie zijn: zwaartekracht beweging, het werk van stromend water (water erosie), grondwater en oppervlaktewater (karst, overdekking), ijs en sneeuw (nivation, exaration), wind (deflatie), surf (slijtage), levende organismen (mens). erosie intensiteit bepaald door de hoeveelheid sediment, ingediend rivieren, gletsjers per tijdseenheid. Ontbloting relief vormen zijn:

grond

• Self-ontbloting

In brede zin - veroorzaakt oppervlak door het cumulatieve effect van erosie complexe processen (bijv schiervlakte of structureel verschillende vormen denudatie.

In engere zin - het blootgestelde oppervlak door zwaartekracht bewegingen en vlakke spoelen (zuilen, nissen, richels, schuren)

Schiervlakte - slabovskholmlennaya vlakte, gevormd in het proces van de lange termijn erosie op het grondgebied van de oude bergen. Voor het eerst werd deze term bedacht door de Amerikaanse geoloog William Morris Davis, in de negentiende eeuw. Werkwijze erosie opgetreden in vochtige klimaatcondities (hoeveelheid neerslag dan kan verdampen en worden geabsorbeerd in de bodem doordat deze wordt gevormd door vele rivieren en stromen, het verbeteren van de erosie van het gebied).

Eaves - besneeuwde bergen in het onderwijs, die voortvloeien uit de invloed van de wind op de bergkammen en pieken.

Nis - de uitsparing in de onderkant van de richel shore slijtage als gevolg van de destructieve werking van de branding stroom.

• Erosie - oppervlak ontwikkeld door stromend water (valleien erosieve terrassen, banken).

Richels - een deel van de dikte van rotsen in de vorm van een trap bereid voor het cultiveren van mineralen.

Erosie terras - terras, bestaande uit gesteente en plafonds instrativnym een dunne alluvium. Dit is de oudste vorm van terrassen, waarbij een grote hoogte.

• Krassen - ontwikkeld zee en meer slijtage (banken, Bench, niche, schuren terrassen).

Schuring terrassen (Bench) - kust een deel van het oppervlak van de zeebodem, uitgewerkt door slijtage.

• Ekzaratsionnye - uitgewerkt door gletsjers (vlakte, dalen, schapenvlees voorhoofden).

Troggen - oude glaciale vallei in het gebied van een gootvormig dwarsprofiel, vierkante bodem en steile concave zijden, die verband houden met de activiteiten van gletsjers geploegd. Het langsprofiel goot dalen algemeen een getrapte vorm waarbij afwisselende gedeelten overdeepened (vypahivaniya pools) met verhoogde rotsachtige stappen (schroeven).

Schapen voorhoofd - afgeronde rand gevormd actie (beweging) ijskast. Verschillende aangrenzende kleine schapenvlees voorhoofd, ook wel krullend rotsen. In Rusland, op grote schaal in de Baltische schild (schiereiland Kola). Schapen voorhoofd oppervlak is bedekt met een dunne laag graszoden en kleine vuil gemakkelijk verschoven onder druk brengen en glad door de sijpelt water.

• Nival - begon bij de sneeuwgrens (lijn), als gevolg van vorstverwering (nivatsionnye niche auto's, circussen).

Kara - een van de reliëfvormen, die de komvormige verdieping in het apicale deel van de bergen hellingen. Kara steile zijwanden en een vlakke bodem, gekoppeld met cluster ijskast firn en sneeuw. Nabij karaat gelegen dwarsbalken.

Circus - Basin in de bergen, het sluiten van het boveneinde van de gletsjerdal.

• Deflatie - veroorzaakt door wind (niches, mesh, honingraat, aeolian champignons, sor-deflatoire depressie).

Eolian mushrooms - een vorm van verlichting die optreedt als gevolg van wind en corrosie. Als de wind draagt deeltjes voornamelijk aan het oppervlak, de onderste delen van de stenen versleten en verwerkt door de wind sterker. Dus er eolian landforms, of schimmels-achtige palen op een dunne steel.

• Karst - voortgekomen uit de ontbinding (Ponor, trechters, holtes, grotten).
• Kunstmatige - ontstond in de loop van de menselijke industriële activiteit (kanalen, mijnen, terpen).

onderwater-

1. Zwaartekracht (dia's).
2. Erosie (onderwater valleien, canyons).

Onderzeese canyons - de vallei met steile hellingen gesneden in het continentaal plat en de continentale helling. Sommigen van hen zijn onderwater uitbreiding estuaria, terwijl anderen dat niet aan de huidige rivieren relevant. Uit de mond Ganga 1000 mijl in de Golf van Bengalen strekt onderzeeër canyon breedte 7 km en een diepte van 70 m. P Canyon. Congo te traceren op een afstand van 260 km met een diepte van 2150 m. Uit p. Hudson begint de canyon, die zich uitstrekt in de richting van de zee, ongeveer 400 km. Op het gebied van de Amerikaanse Pacifische kust plank is erg smal, en de canyons zijn diep en hebben steile hellingen. Monterey Canyon voor de kust van Californië wordt wel eens vergeleken met de Grand Canyon.